201912.30
0

Minister Koolmees verduidelijkt nieuwe wetgeving!

Minister Koolmees heeft twee brieven aan de Tweede Kamer gezonden, waarin de voorwaarden van de Regeling compensatie transitievergoeding en de gedifferentieerde WW-premie worden verduidelijkt.

Regeling compensatie transitievergoeding

Vanaf 1 april 2020 kunnen werkgevers op grond van de Regeling compensatie transitievergoeding compensatie bij het UWV aanvragen voor betaalde transitievergoedingen aan langdurig arbeidsongeschikte werknemers (zie ook nieuwsbrief 18 maart 2019). Niet alles aan deze regelgeving was helder voor de praktijk. De minister heeft nu de volgende zaken verduidelijkt:

  • De hoogte van de compensatie wordt niet gemaximeerd op het tijdens ziekte betaalde loon

De hoogte van de compensatie zou lager worden als een werkgever bijvoorbeeld loonkostensubsidie ontvangt of wanneer de werknemer een vervroegde IVA-uitkering heeft ontvangen tijdens ziekte. Deze maximering treedt vooralsnog niet in werking.

  • Het UWV compenseert ook bij een beëindiging op verzoek van de werknemer

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de werkgever in beginsel op verzoek van een langdurig arbeidsongeschikte werknemer een beëindigingsovereenkomst moet aanbieden (zie ook nieuwsbrief 2 december 2019). Een transitievergoeding die in dat kader is betaald, wordt ook gewoon door het UWV wordt gecompenseerd.

  • Compensatie bij beëindigingsovereenkomst in 2019 met einddatum in 2020 berekend naar ‘oud recht’

Vanaf 1 januari 2020 wijzigt de opbouw van de transitievergoeding als gevolg van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Indien de werkgever vóór 1 januari 2020 met de werknemer overeenstemming bereikt over een beëindigingsovereenkomst (of een UWV-ontslagprocedure start), dan komt de werkgever in aanmerking voor de compensatie ter hoogte van de transitievergoeding berekend naar het ‘oude recht’; ook als de arbeidsovereenkomst pas eindigt in 2020.

  • Definitie ‘oude gevallen’ voor lange beslistermijn opgerekt

Het UWV dient in beginsel binnen acht weken te beslissen op een compensatieaanvraag. De compensatieregeling houdt een langere beslistermijn van zes maanden aan voor ‘oude gevallen’ waarin de arbeidsovereenkomst is beëindigd en een vergoeding is betaald vóór 1 april 2020. De minister bestempelt het nu ook als een ‘oud geval’ wanneer een werknemer vóór 1 april 2020 twee jaar ziek was, maar de formele beëindiging en betaling van de vergoeding pas ná die datum plaatsvindt.

Gedifferentieerde WW-premie

Als gevolg van de WAB treedt per 1 januari 2020 de WW-premiedifferentiatie in werking. Hiermee wil de wetgever het voor werkgevers aantrekkelijker maken om werknemers in vaste dienst te nemen. Voor werknemers met een flexibel contract gaat de werkgever een hoge WW-premie betalen en voor werknemers met een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd een lage WW-premie.

  • Ondertekend addendum voldoet aan vereisten om lage WW-premie toe te passen

Niet alle werkgever beschikken over een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van hun werknemers. Bij omzetting van een contract van bepaalde tijd naar onbepaalde tijd volstaan immers veel werkgevers met een bevestigingsbrief daarvan. Werkgevers hoeven nu niet alsnog een schriftelijke arbeidsovereenkomst op te stellen. Volstaan kan worden met een in de loonadministratie opgenomen door beide partijen ondertekend schriftelijk addendum bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst.

  • Drie maanden extra om aan administratieve vereisten te voldoen

Niet voor alle werkgevers is het haalbaar om vóór 1 januari 2020 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd of addendum in de loonadministratie op te nemen. De minister heeft werkgevers daarom uitstel tot 1 april 2020 verleend om aan deze administratieve plicht voor het toepassen van de lage WW-premie te kunnen voldoen. Werkgevers dienen dus vóór 1 april 2020 een schriftelijke arbeidsovereenkomst of addendum in de loonadministratie te hebben opgenomen, waaruit blijkt dat per 1 januari 2020 sprake was van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Indien de werkgever hier niet in slaagt, is met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2020 alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.

Mocht u als werkgever compensatie bij het UWV willen aanvragen of uw loonadministratie in overeenstemming willen brengen met de voorwaarden om de lage WW-premie toe te kunnen passen, dan adviseren wij u hier uiteraard graag over.

Wij blijven de ontwikkelingen in het arbeidsrecht monitoren en wij zullen u hierover blijven informeren. Indien u nog vragen heeft, kunt u uiteraard contact opnemen met Sophie Mathot (s.mathot@stamoulisadvocaten.nl of 010-3020384).