202004.01
0

Aanvraag NOW waarschijnlijk vanaf volgende week mogelijk!

Vanaf maandag 6 april 2020 kan een werkgever waarschijnlijk een NOW-aanvraag indienen! De regering heeft de inhoud van de Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW) bekend gemaakt. De hoofdlijnen van de NOW staan beschreven in onze nieuwsbrief van 18 maart 2020. Op 31 maart 2020 is de regeling gepubliceerd. Daarover informeren wij u in deze nieuwsbrief.

Hoogte compensatie en termijnen
De werkgever ontvangt een compensatie voor de loonkosten van ten hoogste 90% van de loonsom over de periode maart 2020 tot en met mei 2020. De hoogte van de compensatie is afhankelijk van de omzetdaling (bij een omzetdaling van 50% wordt bijvoorbeeld 45% van de loonsom gecompenseerd). De werkgever ontvangt een voorschot van 80% van het bij de aanvraag berekende subsidiebedrag. De betaling van het voorschot zal plaatsvinden in drie termijnen. Het UWV streeft ernaar om de betaling van de eerste termijn te laten plaatsvinden binnen 2-4 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Formeel heeft het UWV 13 weken de tijd om een beslissing te nemen op de aanvraag. Bezwaar en beroep is mogelijk.

Aanvraagperiode
De aanvraag kan door werkgevers (of door een gemachtigde zoals een advocaat) worden ingediend via een speciaal formulier op de website van het UWV. Het UWV verwacht dat de aanvraag vanaf 6 april 2020 kan worden ingediend. Op 3 april 2020 wordt kenbaar gemaakt of die datum haalbaar is. De aanvraag kan in ieder geval vanaf 14 april 2020 worden gedaan. De aanvraagperiode loopt tot en met 31 mei 2020. Vóór 1 juni 2020 wordt besloten over de mogelijkheid tot verlenging van de regeling en de (aanvullende) voorwaarden waaronder verlenging plaats zou kunnen vinden.

Omzet
De regering heeft bepaald dat werkgevers een beroep op de NOW kunnen doen als zij wegens het coronavirus of andere buitengewone omstandigheden te maken krijgen met een omzetdaling van ten minste 20% over een aaneengesloten periode van drie maanden.  Het verband tussen de omzetdaling en de buitengewone omstandigheden hoeft niet te worden aangetoond. Bij berekening van de omzetdaling hebben werkgevers de keuze om de meetperiode van drie maanden te starten op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. Die keuze dient gemaakt te worden bij de aanvraag van de NOW en kan bij de definitieve afrekening niet meer worden gewijzigd. De tegemoetkoming in de loonkosten heeft altijd betrekking op de loonkosten van maart tot en met mei 2020, ongeacht welke meetperiode voor de omzet is gekozen.

Voor het begrip omzet wordt aangesloten bij het begrip zoals dat wordt toegepast in de jaarrekening. Voor kleine rechtspersonen geldt de fiscale netto-omzet overeenkomstig de belastingaangifte. De omzet in de meetperiode wordt vergeleken met een kwart van de omzet van de onderneming in 2019. Indien een werkgever onderdeel uitmaakt van een concern, dienen de individuele werkgevers de subsidie per loonheffingennummer aan te vragen. Iedere werkgever geeft dan bij de aanvraag de omzetdaling op die hij voor het gehele concern verwacht. De loonsomsubsidie wordt vastgesteld per loonheffingennummer.

Loonbegrip
Voor het begrip loonsom wordt uitgegaan van het sociale verzekeringsloon. Er is een aftopping: loon van een werknemer boven EUR 9.538,- bruto per maand (twee keer het maximummaandloon) komt niet voor subsidie in aanmerking. Bovenop de loonsom komt een standaard-opslag van 30% om werkgeverslasten als werkgeverspremies, vakantiegeld en pensioen te compenseren. Het UWV neemt voor het verstrekken van het voorschot (van 80%) als uitgangspunt de loonsom over het aangiftetijdvak januari 2020. Als de loonsom over de maanden maart, april en mei 2020 lager uitvalt, wordt de definitieve subsidie aangepast. Een hogere loonsom in die maanden leidt echter niet tot een hogere subsidie.  

Verplichtingen
Aan de NOW is een aantal verplichtingen verbonden. Ten eerste geldt een inspanningsverplichting voor de werkgever om de loonsom zoveel mogelijk gelijk te houden. Daling van de totale loonsom zou kunnen optreden doordat dienstverbanden worden beëindigd of doordat de loonsom afneemt voor werknemers voor wie geen loondoorbetalingsverplichting geldt, zoals voor oproepkrachten. Indien de loonsom toch daalt in de periode van maart tot en met mei 2020, dan wordt 90% van de daling van de loonsom afgetrokken van het uiteindelijke subsidiebedrag.

Ten tweede wordt van de werkgever verwacht dat hij in de periode van 18 maart tot en met 31 mei 2020 geen ontslagaanvraag indient bij het UWV wegens bedrijfseconomische redenen. Als al een ontslagaanvraag is gedaan na 17 maart 2020, dan krijgt de werkgever de gelegenheid om deze binnen vijf werkdagen na inwerkingtreding van de regeling in te trekken. Het toch indienen of niet tijdig intrekken van een ontslagaanvraag heeft gevolgen voor de hoogte van de definitieve subsidie. Het loon van de werknemers voor wie ontslag is aangevraagd plus een vermeerdering van 50% wordt dan in mindering gebracht op de totale loonsom waarop de uiteindelijke hoogte van de subsidie wordt gebaseerd. Het indienen van een ontslagaanvraag wegens bedrijfseconomische redenen blijft dus mogelijk bij een beroep op de NOW, maar heeft wel een financiële consequentie. Voor overige vormen van beëindiging van een arbeidsovereenkomst zoals: proeftijdontslag, een beëindigingsovereenkomst of opzegging of ontbinding (ook wegens andere gronden), geldt deze consequentie niet. Wel kan de subsidie dan lager worden als gevolg van een daling van de loonsom.

Ook heeft de werkgever nog enkele andere verplichtingen. Zo dient bijvoorbeeld de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging geïnformeerd te worden over de subsidieverlening. Alle verplichtingen van de werkgever worden bij de subsidiebeschikking kenbaar gemaakt.

Definitieve vaststelling subsidie
Binnen 24 weken na afloop van de periode waarover de NOW is toegekend (de meetperiode), dient de werkgever definitieve vaststelling van de subsidie aan te vragen. In beginsel is hiervoor een accountantsverklaring vereist. Het kabinet zal binnen 4 weken vaststellen wat voor verklaring dit moet zijn en boven welke subsidiegrens een verklaring vereist is. Binnen 22 weken na ontvangst van de aanvraag stelt het UWV de definitieve subsidie vast. Bij de afrekening kan sprake zijn van een nabetaling of van een terugvordering van het UWV.

Wij zullen de ontwikkelingen blijven monitoren en u hierover informeren. Indien u nog vragen heeft, kunt u uiteraard contact opnemen met Rick de Vos (r.devos@stamoulisadvocaten.nl of 010-3020384).