201708.02
3

De Arbeidsomstandighedenwet is per 1 juli 2017 gewijzigd

Per 1 juli jl. is de nieuwe Arbeidsomstandighedenwet (“Arbowet”) in werking getreden. De vernieuwde wet heeft gevolgen voor de werkgever, de werknemer, de bedrijfsarts en – indien van toepassing – de preventiemedewerker en het medezeggenschapsorgaan. In dit nieuwsbericht worden de belangrijkste wijzigingen toegelicht.

Gewijzigde rechten en verplichtingen van de bedrijfsarts
In de gewijzigde wet is een aantal specifieke rechten en verplichtingen van de bedrijfsarts opgenomen die naar het oordeel van de wetgever bijdragen aan een goede beroepsuitoefening van de bedrijfsarts.

Ten eerste is in de wet vastgelegd dat werknemers te allen tijde recht hebben op een second opinion van een andere bedrijfsarts die zich buiten de arbodienst of het bedrijf waar de eerste bedrijfsarts werkt bevindt. Let op, dit is dus een andere second opinion dan het deskundigenoordeel van het UWV. Een verzoek van de werknemer voor een second opinion wordt altijd gehonoreerd, tenzij er zwaarwegende redenen zijn om dat niet te doen. Bijvoorbeeld omdat er geen enkele grond bestaat voor dit verzoek. De kosten van een second opinion zijn voor de werkgever. Na de second opinion kan de eerste bedrijfsarts de werkzaamheden in beginsel weer oppakken.

Ten tweede heeft op grond van de gewijzigde wet elke werknemer recht op toegang tot de bedrijfsarts via een ‘open spreekuur’. Dit maakt het mogelijk dat werknemers de bedrijfsarts consulteren voordat de klachten van een werknemer leiden tot verzuim. De aandacht voor preventieve zorg wordt hierdoor vergroot.

Ten derde dient iedere bedrijfsarts te beschikken over een klachtenprocedure. Deze plicht gold al voor gecertificeerde arbodiensten (via het certificatiesysteem voor arbodiensten) en is nu van toepassing op alle bedrijfsartsen, dus ook de zelfstandige bedrijfsarts.

Ten vierde dient de werkgever de bedrijfsarts in de gelegenheid te stellen om elke werkplek te bezoeken en moet de werkgever de bedrijfsarts in de gelegenheid stellen om met het medezeggenschapsorgaan overleg te voeren.

Het basiscontract
De gewijzigde wet stelt tevens bepaalde minimumeisen aan het contract tussen arbodienstverleners en werkgevers; het zogenaamde basiscontact. Het basiscontract tussen de arbodienstverlener en de werkgever regelt tenminste op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan de hiervoor genoemde, nieuw in de wet opgenomen rechten en verplichtingen van de bedrijfsarts en het basiscontract regelt de verplichting van de bedrijfsarts om beroepsziekten te melden bij het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten. Deze laatste verplichting was reeds voor 1 juli jl. verankerd in de wet.

Versterking positie preventiemedewerker
De benoeming van de preventiemedewerker (verplicht voor werkgevers met meer dan 25 werknemers in dienst) moet voortaan plaatsvinden met instemming van het medezeggenschapsorgaan (OR of PVT). Hierdoor krijgt de preventiemedewerker meer draagvlak onder de werknemers.

Inspectie SZW
Tot slot, de Inspectie SZW heeft ruimere sanctioneringsmogelijkheden gekregen; ook ten opzichte van werkgevers. Zo kan de Inspectie SZW onder andere werkgevers beboeten die geen basiscontract hebben afgesloten met de arbodienstverlening. Het is dus raadzaam om te voldoen aan de nieuwe verplichtingen.

Wanneer u nog vragen heeft, kunt u uiteraard contact opnemen met Aspasia Stamoulis (info@stamoulisadvocaten.nl of 010 – 8200282) of Sophie Mathot (s.mathot@stamoulisadvocaten.nl of 010 – 3020 388) opnemen.